Ze zullen je huizen in de as leggen en je straffen, terwijl er vele andere vrouwen toekijken. Dan zul je je niet langer als een hoer gedragen en niet langer je minnaars betalen.  Pas dan zal Ik niet langer woedend op je zijn, aan Mijn jaloezie zal een einde komen, Ik zal tot rust komen en niet meer verbolgen zijn. Je dacht niet aan de dagen dat je nog jong was, je had geen ontzag voor Mij toen je deed wat je deed, en daarom zal Ik je voor je wangedrag laten boeten – spreekt God, de HEER -, want heb jij je niet gruwelijk en schandelijk misdragen? 

Zo moeder zo dochter, luidt het spreekwoord in de mond van iedereen die je bespotten wil.  Je bent echt een dochter van je moeder:

ook zij verachtte haar man en haar kinderen, en je bent net als je zusters:

ook zij minachtten hun man en kinderen. Je moeder was een Hethitische, je vader een Amoriet;  Samaria was je grote zuster die ten noorden van je woonde, samen met haar dochters; en in het zuiden woonde je kleine zusje Sodom met haar dochters. Je hebt net als zij gehandeld en je net zo gruwelijk misdragen. Al snel maakte je het zelfs nog erger!  Zo waar Ik leef – spreekt God, de HEER -, je zuster Sodom en haar dochters hebben zich niet zo slecht gedragen als jij en je dochters. Terwijl zij zich toch, omdat ze genoeg te eten hadden en onbezorgd van hun rust konden genieten, hoogmoedig gedroegen en niets deden voor de armen en de machtelozen. Ze verhieven zich boven de anderen, wat ze deden vond Ik gruwelijk. Ik zag het en heb hen weggevaagd. En dan Samaria:

ze heeft niet half zoveel misdreven als jij! Jouw gedrag was gruwelijker dan dat van haar; bij jou vergeleken waren je zusters rechtvaardig.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 36:26-38 3

Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2

Ezechiël 28:1-15 1

Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3

Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 32:25-32 3

Ezechiël 31:12-18 2

Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2

Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2

Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...

Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2

Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...

Ezechiël 10:13-22 2

Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1

Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...

Ezechiël 4:11-17 2

Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 14:1-11 1

Ezechiël 48:1-12 1

Ezechiël 48:13-22 2

Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...

Ezechiël 13:1-13 1

Ezechiël 5:10-17 2

Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2

Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1

Ezechiël 4:1-10 1

Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2

Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1

Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3

Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4

Ezechiël 2:1-10

Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1

Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1

Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2

Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1

Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok

Ezechiël 36:1-12 1

Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2

Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...

Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1

Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...

Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1

Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1

Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5

Ezechiël 3:1-17 1

Ezechiël 27:1-19 1

Ezechiël 30:1-14 1

Ezechiël 48:23-35 3

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...

Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...

Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1

Ezechiël 32:16-24 2

Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1

Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3

Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2

Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1

Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3

Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2

Ezechiël 9:1-11 1

Ezechiël 32:1-15 1

Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1

Ezechiël 3:18-27 2

Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 41:13-26 2

Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 27:20-36 2

0Shares